vrijdag 30 september 2011

Column 43, "Niet normaal".........


 














 Doe es normaal, op "foute klerendag"............. 


Al wekenlang hoor ik Matthijs zijn hersens breken over wat voor outfit hij op "foute klerendag" moet gaan dragen.
En zo zijn al heel wat Zandtemers bezig om voor de kermismaandag een ludieke creatie te verzinnen.
Want kermismaandag staat ook dit jaar weer in het teken van "foute klerendag".
Gelukkig dient zich dan toch nog op tijd een "foute" uitspraak aan, die waarschijnlijk op menig kermisshirt zal gaan prijken.
Maar dus niet op die van Matthijs.
Tshirt Doe nou eens normaal man"Doe normaal mam, daar ga ik niet mee lopen"!
Dit alles slaat op het politieke "doe-es-normaal debat" van 22 september.
Eindelijk spreekt de politiek, luid en duidelijk, de taal van de gemiddelde burger; gewoon "normaal".
Meestal snappen we er met zijn allen niets van, maar eindelijk gaat het over "iets", waar we allemaal over mee kunnen praten, en dàt doen we dan ook!
Over "normaal doen"!
En nu opeens staat Nederland zo'n beetje op zijn kop.
We treden volgens bepaalde krantenartikelen een "nieuwe parlementaire democratie" binnen.
Een andere krantenkop noemt het weer "verloedering van de politieke zeden".
Wat is er namelijk gebeurd?
Rutte en Wilders blijken nu toch bijna nèt èchte mensen te zijn.
In begrijpelijke kindertaal roepen deze politici elkaar tot de orde.
In huis-tuin en keuken Nederlands, wat tenminste iedereen kan volgen.
"Doe-es-normaal man", roept Wilders tegen Rutte.
"Doe-zelf-es-lekker-normaal man, tjongejonge............", roept Rutte vervolgens op zijn beurt weer tegen Wilders.
Nou, eigenlijk was het toch ook wel schreeuwen in plaats van roepen, kopt weer een andere krant.
Als ik nog eens het You Tube filmpje bekijk, dan valt dat schreeuwen van de heren Wilders en Rutte toch eigenlijk best wel mee.
Een beetje kwajongens onder elkaar, lijkt  mij, méér is het niet!
Zitten allang weer samen een biertje te drinken, in de Haagse binnenstad.
Maar welke discussie in de Kamer ontlokte dit "doe-es-normaal" verhaal dan?
Inderdaad, een uitspraak van de PVV, over de Islamitische Aap", die uit de mouw kruipt.
En daarmee werd dan volgens Rutte de Turkse premier bedoeld, en die hoor je geen "Islamitische Aap" te noemen, dus wilde hij zich ver distantiëren van deze opmerking.
Maar volgens Wilders bedoelde Pechtold, die dit had gezegd, niet dat hij de Turkse premier een aap vond, nééééé, hij bedoelde dat toch écht heel anders........
Ondertussen had Wilders zelf Cohen al de "Bedrijfspoedel" van het kabinet Rutte genoemd, en dat was natuurlijk ook niet zo aardig van hem.
Hoewel Balkenende uiteindelijk veel eerder al, en dat was voor hem eveneens hélemáál niet leuk, het "Schoothondje" van Bush werd genoemd in zíjn regeringsperiode, dus waar hebben we het eigenlijk over.........
Waarschijnlijk waren de heren eens aan een beetje luchtig debat toe tijdens deze extreem warme herfstdagen en na al die Prinsjesdag-perikelen van vorige week.
Kunnen ze dan natuurlijk voortaan beter buiten het zicht van de camera's doen.
En misschien moeten wij dan ook met zijn allen een beetje "normaal" gaan doen en ons niet zo druk maken over deze politici, die ook wel eens, net als wij "normale mensen", gewoon effe  als "een paar jonge honden" door de "Kamer" willen rollebollen.
Om zich daarna weer "gewoon normaal" met meer serieuzere- en volwassen zaken, waar zij tenslotte voor betaald worden, te gaan bezighouden................

vrijdag 16 september 2011

Column 42, Snotneus op Prinsjesdag......

Inwoner Huizen ziet Willem-Alexander omslaan met catamaran

HUIZEN – Een inwoner van Huizen heeft het afgelopen weekeind van nabij kunnen zien hoe prins Willem-Alexander in het IJmeer belandde. Dat gebeurde nadat de catamaran waarop de prins voer, omver was gegaan door een windvlaag.. ,,Hij passeerde kort daarvoor op drie meter afstand van mijn boot,” aldus de Huizer watersporter. ,,Ik zei nog: stel je voor dat de boot nu plat gaat. En een stukje verderop gebeurde het. “Willem-Alexander bevond zich op dat moment in de nabijheid van de Hollandse Brug.”

(Gooi- en Eemlander)














Een Snotneus op Prinsjesdag...........



"Willem nou toch, wat heb je nú weer gedaan", ik had je nog zo gezegd: "geen rookbommetjes"!
En wat hadden we nog meer afgesproken?
Juist, je zou zó vlak voor Prinsjesdag niet het water op gaan.
Hoe vaak moet ik het je nog zeggen?
Ik wil niet met een "snotneus" de Gouden Koets in!
En wat gebeurt er?
Moet ik nota bene op Twitter lezen dat je in het water bent gevallen en kopje onder bent gegaan!
Voor straf moet ik je, vanwege deze "burgerlijke ongehoorzaamheid", helaas toch weer een jaar uitstel geven op je aanstaande koningschap!"
Tijdens deze familiaire "Troonrede" houdt Beatrix zich bezig met een paar schamele veren, die ze met moeite van een kale kikker heeft weten te plukken, om haar hoedje daarmee voor aanstaande dinsdag nog een beetje op te leuken.
We moeten immers allemaal bezuinigen op ons besteedbare inkomen!
Ondertussen probeert Willem zich, nog nadruppelend op het perzische tapijt, uit zijn benarde situatie te redden.
"Ja maar" stamelt hij ......."ik liep op straat, en wat denk je?
Zie ik daar zomaar een vel oranje papier over straat dwarrelen.
Ik probeerde het te pakken te krijgen, want ik dacht: stel je voor dat het de voorpagina van de Miljoenennota is, je kunt het nooit weten.
Het zou toch vreselijk zijn als die een paar dagen van tevoren al zou uitlekken.
Maar je kent het wel met die najaarsstormen: voor je het weet waait zo'n blad onder je handen vandaan.
Ik rende erachteraan, kwam bij het IJmeer en zag het papier met de noordenwind over het water zeilen.
Wat kon ik doen? Ik heb toen maar snel even een catamaran "geleend" die daar toevallig lag.
Halverwege het meer had ik het vel bijna te pakken.
Ik rekte me uit, half over boord hangend en toen sloeg de catamaran om.
Helaas ben ik ook gespot door een paparazzi, maar volgens mij schoot hij net een foto, toen ik kopje onder ging, dus dat kwam goed uit.
En de jongens van de beveiliging hebben me uiteindelijk gered, want ja, die paparazzi's hebben natuurlijk wel wat anders aan hun hoofd.
Maar wat bleek nou?
Het oranje vel papier, dat ik overigens nog wel heb kunnen vastgrijpen en boven water heb weten te houden, bleek beschermfolie te zijn, wat waarschijnlijk kwam uit een kist Griekse sinaasappels van de markt; ja dáár mam, waarvan ze zeggen dat daar je euro één gulden waard is, ja...........
Omdat Willem moest doorwarmen mocht hij van Beatrix even met een kop warme chocola en een flinke scheut rum, op de bank onder een wollen dekentje, naar het nieuws op TV kijken.
Wat schertste zijn verbazing?
Politiek Den Haag was helemaal in rep en roer.
Drama; één dag voordat de Miljoenennota officieel gepubliceerd mocht worden, was ie toch al uitgelekt.
Één computernerd had per ongeluk één cijfertje verkeerd ingetypt, 2012 in plaats van 2011, en hup, het hele boekwerk rolde uit de computer, "en lag op straat"!
De tranen schoten Willem in de ogen: had hij, zó dapper, en met gevaar voor eigen leven, zó veel moeite gedaan om het dreigende lek te dichten.
Allemaal voor niks!
"Maar moeder, mag ik alsjeblieft misschien tòch dìt jaar dan nog Koning worden?", pruilde hij, want hij zag de bui al hangen wanneer hij hier straks bij Maxima mee aankwam.
Maar Beatrix was onverbiddelijk, en daardoor ziet "die arme" Willem dìt komende jaar waarschijnlijk, wederom, de kans op het koningschap aan zijn neus voorbij gaan............


.

vrijdag 2 september 2011

Column 41,Vreemde kostgangers............







Vreemde Kostgangers van de Heer............



Soms kun je van tevoren op je klompen al aanvoelen dat een dag anders zal gaan lopen, dan je vooraf had bedacht.
Als ik donderdag bij de Centrale op het toneel verschijn, om een dagje in te vallen, ben ik net te laat om me achter de bos bloemen te verschuilen, die ik voor onze 25-jarige jubilaris heb meegenomen.
"Aaaaaah, je-, pardon, ik bedoel natuurlijk u, bent er weer eens", roept iemand enthousiast als hij een glimp van me opvangt.
"Ja, ja, ik ben er weer eens", antwoord ik, en vlucht snel weg, door de zijdeur van de Educatieve dienst, want mijn werktijd is nog niet ingegaan.
Als ik na tien minuten naar boven loop en denk dat de kust weer veilig is, wordt ik ook daar weer "opgevangen" door deze" trouwe klant" van de bieb.
"Aaaaaaah, u was weer tevoorschijn gekomen", reageert deze klant weer, alsof hij me heeft staan opwachten.
"Ja hoor meneer, ik was weer tevoorschijn gekomen", en ook nu weer maak ik me snel uit de voeten via een zijdeur.
Achteraf blijkt dat hij zijn, bijna dagelijkse, tien-minuten gesprekje dan maar versnoept heeft bij een collega, en de hoop op mìjn luisterende oor waarschijnlijk heeft opgegeven.
Ziezo, die is weg!
Nog nauwelijks heb ik me aan de balie geïnstalleerd, of er meldt zich een "klein wijffie" op geitensokken en badslippers.
Enigszins twijfelend aan de "orde in haar bovenkamertje" sta ik haar te woord.
Ze komt speciaal uit Schagen, zoekt een artikel uit de Staatscourant van vorig jaar, en is vastbesloten om niet zonder dit artikel de bieb weer te verlaten.
Samen met een "opsporingsteam" uit de Backoffice probeer ik haar van dienst te zijn, en verzoek haar ondertussen even plaats te nemen aan de leestafel.
Dan vuurt ze nog een volgende vraag af over een verre voorvader uit Den Helder, die ooit pastoor (dat zou natuurlijk eigenlijk niet kunnen, vertelde iemand mij gevat) of dominee is geweest, maar van tevoren heeft ze eigenlijk al voor zichzelf vastgesteld dat ik daar dan ook wel geen direct antwoord op weet.
Hoe toevallig; onze weer eens aangewaaide "Den Helder-historicus" is aanwezig in de historische hoek van de bibliotheek; voor mij een geschenk uit de hemel, in dit geval!
Ik breng ze met elkaar in contact.
De "historicus" ziet wel "brood" in haar, haalt snel zijn recorder met microfoon van huis, en gaat haar interviewen. 
Deze plotselinge belangstelling vind ze uitermate interessant en alhoewel ze in eerst instantie eigenlijk wel een beetje haast had, besluit ze hier opeens alle tijd van de wereld voor te hebben.
Luid en duidelijk, zodat alle bezoekers mee kunnen luisteren, beantwoord ze de vragen in de microfoon van "de journalist".
Dit geeft mij en het "opsporingsteam Jacinta en Hanneke" even tijd om het nodige op internet op te snorren, omdat de gewenste Staatscourant helaas "achter de muziek aan" blijkt te zijn.
Na een half uur probeer ik "het interview" te onderbreken en geef haar de uitdraaitjes met informatie.
Hoewel ze, zoals gezegd, in eerste instantie niet van plan was om zonder het originele krantenartikel de bieb te verlaten, is ze opeens intens tevreden over onze zoekactie, en belooft mij een speciale bloembol uit haar tuintje, die ze met haar volgende bezoek aan Den Helder langs zal brengen.......
Als laatste "verrassing" deze middag, meldt zich een man, die een foto zoekt van iemand, die tijdens WO II in Frankrijk werd geëxecuteerd door een vuurpeloton, ergens voor een terras vol mensen.
Hij heeft deze foto ooit eens in een boek gezien.
"Dan wil ik vervolgens weten: Wie was deze man, en waar is deze foto genomen", draagt hij ons plechtig op, alsof wij deelnemers zijn aan een of andere TV-quiz, met een prijzenpot van enige duizenden euro's.
Hoewel Reiny al een kwartier heeft gezocht op internet, terwijl hij languit over haar buro meekijkt, blijkt deze vraag een speld in een hooiberg te zijn.
Hij verzoekt haar toch maar even door te zoeken en vooral vol te houden, want zo besluit hij, "het is rustig, en je hebt toch niets te doen?"
Ik zie de stoom bijna uit haar oren komen, als ze zegt dat hij misschien zelf maar eens even op internet moet gaan kijken.
"Dat gaat nogal makkelijk", roept hij cynisch, en duwt haar zijn knuist zonder vingers bijna in het gezicht.
Als ik hem nader bekijk, ziet hij er inderdaad uit alsof hij zelf ook niet ongeschonden uit de strijd is gekomen.
Zijn gezicht zit vol littekens, hij loopt kreupel en blijkt slechtziend te zijn.
Maar al met al geeft dit hem natuurlijk niet het recht ons te dirigeren om, koste wat het kost, één voor hem, belangrijke foto te voorschijn te toveren.
Ik probeer Reiny bij te vallen en leg hem uit dat het bijna onmogelijk is om deze foto, waarvan we niet eens zeker weten òf hij wel op internet staat, terug te vinden.
Snel toon ik hem op goed geluk een site van een of andere Franse instelling, die ik toevallig op internet tegenkom, zodat hij misschien daar eens kan informeren.
"Nou dat lijkt mij een heel goed idee", roept hij, opeens boven verwachting enthousiast.
 "Geeft u mij maar het telefoonnummer, dan kan ik ze meteen even bellen", en plotseling blijkt niets meer onmogelijk.
Ik noteer het nummer voor hem, maar vraag me toch stiekem nog even af hoe hij dat dan toch doet met de toetsen van de telefoon, zo zonder vingers.
En hieruit blijkt dan maar weer, zoals een oud spreekwoord ongeveer luidt:
Één "vreemde kostganger van onze lieve Heer" kan meer vragen stellen dan wij, "aardse" bibliotheekmedewerkers met zijn allen tezamen kunnen of willen beantwoorden.............