maandag 14 februari 2011

Column 23, Studie-beroepsvoorlichting.....

  






"Industrial Designer" of "Timmerman"?


Afgelopen vrijdagavond was er een studie-beroepsvoorlichtingsavond op, wederom, het Regius College te Schagen.
De leerlingen konden een keuze maken uit twee vervolgopleidingen, waarbij de informatie en uitleg werd gegeven door studenten aan die opleiding, en tevens ex-leerlingen van het Regius College.
Mocht alles goed gaan op het VWO, wat ik soms nog ten zeerste betwijfel, zou het zomaar opeens zo kunnen zijn dat Matthijs over twee jaar examen doet, en daarna............

Liever denk ik dáár nog maar niet aan, want dat zòu kunnen betekenen dat hij zijn vervolgopleiding ergens in een héél ander deel van het land zou moeten volgen.
Of het me nu in dank wordt afgenomen of niet, ik besluit ook mee te gaan met de mannen, want je wilt als moeder niet achterblijven in het hele gebeuren.
Matthijs en zijn vader hebben gekozen voor resp. Industrial Design en Technische Bedrijfskunde.

Omdat ik altijd meer een administratieve koers heb gevaren, neem ik me voor om maar vooral te luisteren en niet teveel vragen te stellen, bang om volledig de plank mis te slaan, want in eerste instantie zegt het me allemaal niet zoveel.
Zoals gezegd, wordt er uitleg gegeven door een student, als éérste over Industrial Design.
Wat mij meteen opvalt is dat sommige studenten weliswaar rond Schagen zijn opgegroeid, maar al heel snel de bekende aardappels ergens anders hebben dan waar ze horen te zijn. (Nou hebben studenten die meestal niet in de pan; het schijnt dat zij van alles koken, behalve aardappels).
Zal dit studententaal zijn, en krijgt Matthijs dit "spraakgebrek" dan ook? Kan het me niet voorstellen.
Waar het in deze opleiding om draait is "het ontwikkelen van intelligente producten en de daarbij benodigde competenties, zoals creatief denken, je kunnen verplaatsen in mensen en geinteresseerd zijn in technische toepassingen. Je doet in het eerste jaar een aantal assignments, gericht op een specifiek competentie gebied"!  Ach zo!
En wat je dan zoal maakt?
"Eh..., dat kan van alles zijn". Aha, op die fiets. Ligt het aan mij, of klinkt het allemaal wat vaag?
Mijn gedachten dwalen af, ik kijk Matthijs eens aan of hij het allemaal begrijpt, en vraag me uiteindelijk alleen maar af naar welke stad hij dan moet afreizen, hoe de woonvoorzieningen zijn, en of het uitgaansleven daar een beetje veilig is!
"Lijkt het je wat, en wat ben je dan als je klaar bent?", vraag ik als we weer op de gang lopen.
Ja, het lijkt hem wel wat, want:  "het is weinig theorie leren en heel veel praktijk, dus je hebt nog zat tijd voor andere leuke dingen".
"En, ook niet onbelangrijk" volgens Matthijs "heel breed, je kan er heel veel kanten mee op". En da's  duidelijk, natuurlijk. Dáár kun je iets mee!
Op naar de Technische Bedrijfskunde.
Daarbij gaat het vooral om het analyseren van bedrijven, bijvoorbeeld hoe een bedrijf zo efficient mogelijk kan draaien, en het behalen van kostentechnisch voordeel. Het opstellen van besparingsmodellen, zeg maar.

Tot zover snap ik het nog wel. Kijk, daar komt wèl eens wat rekenwerk bij kijken, dus toch misschien nog een beetje in mijn straatje? Maar dan.....
"Je kunt tijdens je studie ervaring opdoen of stagelopen gedurende een aantal maanden in het buitenland".
Ook dat snap ik maar al te goed, maar of ìk dat nou wel zo leuk ga vinden?

Onderweg naar huis praten we nog even na.
"Mam, snapte jij het eigenlijk allemaal wel? Je keek steeds zo bedenkelijk naar me. Als je de volgende keer liever thuis blijft? Je hebt alleen maar gevraagd hoe het zat met de huisvesting. Je weet toch dat ik gewoon bij jullie thuis blijf wonen, en iedere dag op en neer ga reizen"?
"O ja, natuurlijk weet ik dat, dat is ook zo, kan makkelijk, en dan in de trein huiswerk maken, toch"?
Mijn vraag aan hem is, of  hij er al-met-al wijzer van geworden is?
Nou, hij weet het nog niet precies. Maar die eerste opleiding leek hem wel het beste, want zoals gezegd, dan hoeft je niet zoveel uit een boek te leren. En hij is wel goed in "creatieve oplossingen bedenken", vindt hijzelf.

"Dat heb je dan vast van je moeder, Matthijs, want ik heb namelijk ook nog wel een creatieve oplossing voor je":
"Waarom ga je niet gewoon timmerman of elektricien worden"?.................

            

zondag 6 februari 2011

Column 22, Boer zoekt vrouw........












Wil dié echte boer/boerin nu (vroeg) opstaan?

Komt het je bekend voor; normaal gesproken kan het weekend je niet lang genoeg duren. Voor je het weet is het al weer voorbij. Echter de laatste weken lijkt het maar geen zondagavond te willen worden.
Of hebben alleen mensen die op het platteland, tussen de koeien en de piepers, geboren en getogen zijn hiermee te kampen?

Zondagavond; zoals gebruikelijk zit ik om 20.15 weer kant en klaar om de nieuwe ontwikkelingen bij boer Frank, Gijsbert, Marcel, Richard en boerin Annemarie te volgen.
Wat is toch die formule van dit programma dat alle kijkcijfers omver blaast? Welke kracht zorgt ervoor dat iedere zondag rond deze tijd stad en land aan de buis "gekluisterd" zit en dat het hierdoor uitzonderlijk rustig is op straat? Waaraan heeft dit programma zijn ongekende succes te danken?
En waarom hebben deze boeren (en al die anderen) geen geschikte boer of boerin tijdens de kermis in de kroeg kunnen vinden en proberen zij via dit programma aan de man/vrouw te komen?
En dat terwijl nu sommige boeren door deelname aan "boer zoekt vrouw" uit wel bijna duizend gegadigden een keuze kunnen maken!
Een onmogelijke opgave lijkt mij, om daar dan die ene echte boer of boerin tussen te vinden; een speld in een hooiberg!
Door Yvon en haar "boer zoekt vrouw" lijkt het boerenleven opeens een en al romantiek; met haar VW busje met roodbont geruite gordijntjes en boerenbont servies trekt zij door het boerenland.
Lekker samen op de trekker, geitenhokken uitmesten, aardappels sorteren, en 's morgens in alle vroegte opstaan om koeien of geiten te melken. Wat een feest!
Als je maar die ene leuke boer of boerin ontmoet, dan komt de rest vanzelf wel goed!
En dat is nou net die valkuil, of melkput waar die "boerinnen" in spé zo maar in zouden kunnen tuimelen. Want boer of boerin ben je niet zomaar opeens. Als je voor de boer kiest, kies je ook onvoorwaardelijk voor zijn bedrijf, en zijn manier van "boeren".
Al is bijvoorbeeld boer Gijsbert nòg zó leuk, ik kan me niet voorstellen dat wanneer de eerste "kalverliefde" voorbij is, zijn "boerin" het nog aantrekkelijk vindt dat zijn koeien, stallen en niet te vergeten hijzelf, van onder tot boven onder de koeienvlaai zitten.
En wanneer hij jouw dagelijks met je kruiwagentje vol mest als in een soort estafette, op je speciale "boer zoekt vrouw" rubberlaarsjes, van een loopplankje van ten hoogste 30 cm breed af laat glibberen.
En wat moet je met Geitenfrank aan, als hij  kniezend achterin de geitenstal zit, met zijn lievelingsgeit op schoot, omdat hij toch weer twijfelt of hij nou wel goed gekozen heeft?
En neem dan die mysterieuze boer Richard, die verstrikt is geraakt in zijn eigen boerenbedrog!
Boer Marcel die weliswaar zijn boerderij mooi op orde heeft, maar niet echt die stoere boer blijkt te zijn met die verleidelijke zachte G en al even verleidelijke zwarte boxer, die zijn zusters waarschijnlijk voor hem hebben uitgezocht.
En dan nog Annemarie, die even van de gelegenheid gebruikt maakt om haar boeren de vieze klusjes te laten opknappen, terwijl ze zo gee"man"cipeerd is en zo duidelijk de boerenbroek aanheeft dat haar boeren straks waarschijnlijk hardhollend die (klompen)dans zullen proberen te ontspringen.
Althans zo hebben mijn moeder en ik dat laatst onder de koffie geevalueerd.
En wij kùnnen het weten! Beiden van huis uit boerinnen in hart en nieren.
Groot gebracht met het feit dat er niet eerst een nieuwe keuken in huis kwam.
Alle investeringen gingen in het bedrijf, want dáár moest het verdiend worden, en niet in de keuken. Achter ging altijd vóór!
Ook met het gezin op vakantie was er niet bij. Slechts éénmaal zijn we met zijn vieren een weekend weg geweest, en dat was meteen de laatste keer.
Vond ik ook helemaal niet erg; ik kon niet eens langer dan een dag van huis, werd geteisterd door heimwee als ik niet de koeien, geiten, katten en schapen in mijn direkte omgeving had.
Deze boeren nemen straks meteen hun "boerinnen" al mee op een snoepreisje. En na een jaar blijken de meeste woonhuizen al van onder tot boven verbouwd te zijn, voorzien van de prachtigste keukens met de modernste apparatuur.
Als de gekozen "boerinnen" dan uberhaupt nog wel van plan zijn "boerin" te worden, want een echte boerin wordt je niet zomaar even, dat moet in je hart zitten.
Net zo goed als boer zijn niet een beroep is, maar een roeping. Boer zijn is niet een baantje van acht tot half vijf. Het is een uit de hand gelopen hobby, waarbij een meer dan tachtigurige werkweek geen uitzondering is.
En als je dàt als boerin niet samen met jouw boer, uit liefde voor hem èn het boerenleven, op kan brengen, dan val je, binnen een week al, als een (aard)appel door de mand..........



vrijdag 4 februari 2011

Column 21, Menoproof.........


 

 

"Menoproof" door de "Menoblues".......



Ben nog eens de voorgaande avond aan het overdenken.
De lezing op donderdagavond 3 februari in de bibliotheek van 't Zand, over de Menoproof.
Een lezing van Wilma Smit en Pauline Ottervanger, naar aanleiding van de door hen samen uitgebrachte boeken, respectievelijk "Menoblues" en "Menoproof".
Beiden zijn gynaecoloog, de een in het Gemini in Den Helder, de ander in Den Haag in een ziekenhuis. Ze hebben elkaar ooit ontmoet tijdens hun studie, en daarna nooit meer losgelaten. Wilma woont in Callantsoog. Ik ken haar nog als klant vanuit mijn "banktijd" daar. Een leuke, vlotte, bruisende wervelwind, en dat is ze nog steeds.
Toen was ze stewardess bij de KLM, studeerde Nederlands en "en passant" had ze ook nog een of twee eigen zaken.
Hoe groot was mijn verbazing toen ik haar een aantal jaren later bij een bezoek aan de gynaecoloog in een witte doktersjas over de poli zag "fladderen" en haar lach over de afdeling hoorde "schallen". Daarna nog des te groter toen zij dus de gynaecoloog zélf bleek te zijn, en waardoor het onderzoek, wat doorgaans niet zo fijn is, bijna gezellig werd.
Ik was vastbesloten om naar deze lezing te gaan, omdat het bijna niet anders kon dan dat het een luchtige, vrolijke, hilarische maar toch ook informatieve avond beloofde te worden.
Rond acht uur waren alle stoelen bezet door, ik schat,  totaal zo'n vijftig man (ik bedoel natuurlijk vrouwen).
Nu ik daar zo over denk schiet het mij zomaar te binnen dat het misschien helemaal niet verkeerd zou zijn om ook eens een mannenavond over dit onderwerp te organiseren.
Want wat moeten wij vrouwen toch allemaal  niet doormaken; ik denk dat zij daar geen flauwe notie van hebben.
Toen ik bij de bieb aankwam zag ik nog net op de valreep, vlak voor achten, een snelle zwarte porsche arriveren met twee kordate carrierevrouwen erin.
Waarschijnlijk net nog even vlug een spoedbevallinkje afgewerkt, stelde ik me zo voor.
Was het aan het begin van de avond nog koud in de bieb, ik verdenk Agnes ervan, dat naarmate de avond vorderde, zij Piet de Geus in het geniep opdracht had gegeven om de kachel flink op de stoken.
Bij degene die nog geen last van opvliegers had, werden deze zo gaandeweg de avond bijna spontaan opgewekt.
Zelfs Wilma had richting de pauze rode koontjes en in de zaal begon er ook het een en ander te wapperen met van alles wat op dat moment enige verkoeling zou kunnen brengen.
Pauline was de meest serieuze van het stel, hoewel de steeds terugkerende schaterlach van haar collega ook bij haar soms aanstekelijk werkte.
Met de armen wijd uitgespreid schroomde Wilma niet om zichzelf, op een cabareteske manier, voor te stellen als een paar eierstokken en een baarmoeder die op zijn tijd met hoogpolig novilon tapijt bekleed was.
Het verbaasde me dan ook niets toen bleek dat zij beiden deel uit maakten van een cabaretgezelschap.
Maar ook serieuze onderwerpen werden besproken.
Inderdaad, gooi rond de vijftig niet alle klachten, hoewel voor de hand liggend, op de overgang. Schildklierproblemen blijken soms dezelfde symptomen te hebben als overgangsverschijnselen.
Blijf alert. Hart en vaatziekten komen vaker voor, daar er minder of geen Oestrogenen en Progesteron door het lichaam meer worden aangemaakt. Ook wordt de kans op botontkalking groter. Let erop dat voor die tijd je gewicht op peil is, zorg voor goede voeding en genoeg beweging. M.a.w. zorg dat je "menoproof" bent.
Frappant vind ik daarbij wel dat gebleken is dat b.v. japanse vrouwen bijna geen overgangsklachten hebben doordat zij standaard een andere voeding genieten, die vooral veel soja(bonen) en peulvruchten bevat.
Maar is het dan eenmaal toch zover met ons westerlingen; probeer dan niet angstvallig de verschijnselen te verbloemen, maar ga deze nieuwe fase in je leven open en met enige humor tegemoet, want dan "begint je leven pas"!
Wees niet bang voor een hormoonpreparaat, waardoor bepaalde klachten aanzienlijk kunnen verminderen.
Ja, en dan heb je natuurlijk altijd mensen die hun eigen klachten tijdens een lezing zomaar open en bloot op tafel gooien. Een soort van handig gratis consult aan de gynaecoloog, zal ik maar zeggen.
Zonder al te veel inhoudelijk op de individuele vragen in te gaan werd hier vakkundig, in het algemeen, omheen gemanoeuvreerd. Wat een krachtige vakvrouwen!
Maar zij zullen ongetwijfeld zelf, qua leeftijd, ook ervaringsdeskundigen kunnen zijn, al valt er weinig te merken van hun eigen "menoblues", op de spontane botbreuken van Wilma na. Na een DEXA scan (botdichtheidsmeting) en lengtemeting bleek zij tot haar schrik al enige centimeters te zijn gekrompen, wat veel voorkomt bij ouderen.
Na een "welterusten, wij hopen dat al deze informatie u niet uit de slaap zal houden vannacht, voor zover dit nog niet door de menoblues veroorzaakt wordt", namen zij rond tien uur afscheid en verdwenen weer in volle vaart in de zwarte porsche ...............